Leon de Winter - Serenade (1995)
“Absit reverentia vero” (Ovidius - Heroides 5, 11)
Men verzwijge de waarheid niet om iemand te ontzien, is het onderliggende motto of thema van dit verhaal.
Prachtig! Zelden zo’n spannend boekenweekgeschenk gelezen, en veel te kort! Eentje in de rij van ‘op zoek naar mijn moeder’ van Maarten ’t Hart, Jan Siebelink, Adriaan van Dis, maar dan uiterst beknopt.
Verteller Ben Weiss is een succesvol deuntjescomponist. Hij is vernoemd naar zijn moeders tweelingbroer die op jonge leeftijd is omgekomen tijdens een ontspanning in Brabant waar ze zaten ondergedoken. Het was haar lievelingsbroer.
Moeder Anneke IJsman overleeft de oorlog en woont aan de Raphaelstraat in Amsterdam-Zuid. Ze lijdt aan galcarcinoom waardoor ze in ’t VU Ziekenhuis belandt. Bennie meent echter zijn moeder te moeten beschermen door haar niet lastig te vallen met de details van haar ziekte, hij betuttelt haar zelfs, als een klein onwetend kind. Anneke is een ‘typische’ Jiddische moeder, vlotte babbel, bemoeizuchtig, weet alles beter, maar met een gouden hart. Tien maanden na haar operatie ontmoet ze Fred Bachman, haar potente nieuwe vlam.
Op gevorderde leeftijd, en al een tijdje licht dement, was ze eerder wel eens in d’r eentje naar Parijs en andere Europese steden geweest, maar dit keer is ze met de noorderzon vertrokken. Fred en Bennie maken zich ernstige zorgen en besluiten haar te gaan zoeken. Het Latijnse motto krijgt hier verdieping als Fred, een zeer sociaal slimme en zelfs ‘streetwise’ vent met een zeer uitgebreid sociaal netwerk, meer blijkt te weten over Bennies moeder dan Bennie zelf: al die reisjes van Anneke naar bijvoorbeeld Parijs maakte ze niet om het Louvre te bezoeken. Ze had behoefte aan een vent!
Na veel en lang speurwerk komen ze erachter dat Anneke moet zijn vertrokken naar Zagreb in Kroatië. En daar hebben ze beet. Ze blijkt op een geheime missie naar Bosnië dat in oorlog is verzonken. Ze wil wapens brengen naar Sarajevo, waar mensen worden afgeslacht terwijl de wereld toekijkt en geen vinger uitsteekt. Daarvoor heeft ze het aangelegd met een zwendelaar Slavko die haar in ruil voor geld belooft haar te helpen met wapens en heimelijk vervoer naar die stad. Slavko neemt het er ondertussen van in Ancona en zet daar, van haar geld, de bloemetjes buiten, terwijl Anneke bij een benzinestation langs een stoffige en lawaaierige weg tevergeefs op hem staat te wachten. Ze wilde goed doen in oorlog, en daarmee komt ‘die’ oorlog weer bovendrijven.
Anneke ziet haar dwaasheid in, en gaat terug naar Amsterdam samen met Fred en Bennie. Enige tijd later overlijdt ze. Voor zijn moeder schrijft Ben een serenade: de bandieten in de Bosnische oorlog, “met pen en piano zal ik hen in haar naam bestrijden”.
Het boekje van nog geen 93 pagina’s is opgedragen aan Leons moeder Annie de Winter-Zeldenrust (1910-1994).
Geraadpleegd: