Hella S. Haasse - Fenrir (2000)

Een prachtig boek vol mysterie, historische verwijzingen, mythologie, een familiedrama op een unieke plek in de Ardennen, een spannende whodunnit geschreven in die weelderige en meeslepende stijl die ik van Haasse ken. Een poging tot reconstructie, nu reeds gedoemd te mislukken, maar toch.

Fenrir is de zwarte wolf die levensgroot staat afgebeeld op een ‘Edelkitsch’ schilderij in de hal van landhuis Breidablick. Fenrir probeert jaar na jaar de zon te verslinden, wat leidt tot een lange nacht, een ijstijd. Hij is in een oude sage een oerwolf, het symbool van de vijand, die tot rampen leidt en uiteindelijk alles vernietigt.

Vader Waldschade is een Nederlandse antropoloog, expert op het gebied van oud-Germaanse cultuur en volksverhalen, liefhebber van de Edda-liederen, verdacht van steun voor de theorie van edele rassenkenmerken en Neo-Nazistische sympathieën. Zijn vrouw is een Belgische. Samen kopen ze landgoed ‘Breidablick’, in de oud-Noorse mythologie de woning van Balder, de god van licht en vreugde, gelegen in de Ardennen omringd door onafzienbare sparrenbossen ver weg van de bewoonde wereld. Tijdens het Ardennenoffensief in 1944 was Breidablick een Duits stafkwartier. Erachter ligt een omheind wolvenpark. De aanwezigheid van die wolven is allang reden tot wijd gedragen protest uit de omgeving.

Vader heeft tijdens WOII 2 Joodse kinderen erkend, Jonnie & Froukje Oudemans, onderduikkinderen van meester Oudemans, een overbuurman van vader vóór de tijd dat hij op Breidablick kwam wonen èn een soort stiefvader voor Erwin. De kinderen emigreren na de oorlog naar Israël en veranderen hun naam terug in Jonathan en Hadassah Altmann. In de buurt van Tel Aviv komen de kinderen jaren later om het leven tijdens een auto-ongeluk, of plegen mogelijk zelfmoord.

Edith Waldschade is de oudste dochter, geboren toen haar vader 60 was, gevierd concertpianiste. Edith heeft samen met haar minnaar (?) Jonnie op de altviool ooit een fameus concert gegeven in Amsterdam in 1975. Ze schrijft nostalgische brieven met hem. Ze verscheurt brieven (eentje van hem uit Tel Aviv, 1977 waarin hij hun relatie in twijfel trekt?) maar houdt dan toch de snippers. En, Edith is dol op de wolven.

Gerda Waldschade, haar zus, is getrouwd met Egon Blanck. Hun dochter Siv, een labiel, wild meisje met een al even wilde rode bos haar, sensatiebelust en gretig op weg haar ambitie als journaliste waar te maken ten koste van haar eigen moeder of juist haar tante Edith?, iets waarvoor ze Matthias Crone wilde gebruiken. Ze wilde dat Matthias voor haar de hete kastanjes uit het vuur zou halen door de familie te komen bestuderen en door Matthias’ toedoen Breidablick te laten verkopen.

Matthias op zijn beurt profiteert ook van Siv’s kennis van de familiegeschiedenis, want Matthias deelt zijn passie voor wolven met Edith en wil graag een wolvenencyclopedie maken en met dat als doel in gedachten wil hij toegang hebben tot de bibliotheek van vader Walschade op het landgoed.

Erwin Waldschade is de halfbroer van Edith en Gerda; hij had dezelfde vader maar een andere moeder (van de eerste Duitse vrouw van zijn vader?), zegt hij. Later blijkt dat dit niet zo is, en dat hij als jongen aangenomen is door vader Waldschade als zijn zoon. Erwin heeft een obsessie voor Edith, en was ook aanwezig op het fameuze concert in Amsterdam in 1975. Erwin is lang geleden betrokken bij gebeurtenissen in Oppeln waar zijn vader iets mee te maken had. Het draaide om edele rassenkenmerken, die Edith wel zou hebben, maar Erwin niet. Het resultaat was dat vader niet langer van Erwin kon houden, en daarom veracht Erwin zijn vader en maakt dit duidelijk aan zijn edele halfzus. Uiteraard maakt hij handig gebruik van persberichten als zou het Vlaams Blok belangstelling hebben voor Breidablick.

Gerda wilde van Ediths wolven op het landgoed Breidablick afkomen om zodoende een oord te creëren voor alternatieve natuurbijeenkomsten met rituelen. Daarvoor stookte ze Egon op om veel geld aan te nemen van Erwin om een kennel te beginnen, iets wat beter zou liggen bij de lokale buurtgemeenschap. Ook is er de wens van Erwin om hier een woonoord voor asielzoekers te bouwen. Het lijkt erop dat Gerda Erwin gebruikt tegen haar zus met haar wolvenobsessie. Er volgen een aantal confrontaties die vooral Edith niet lekker zitten.

Siv had tijdens een Oerheem-bijeenkomst, die dagenlang duurde, Erwin met bebloede handen gezien. Tijdens dat beroemde feest, breed uitgemeten in de pers omdat er sprake was van hekserij en er bloederige dansrituelen zouden hebben plaatsgevonden temidden van mannen met dierenmaskers, zou de journalist Rochefort zijn vermoord en onthoofd.

In het kielzog van Matthias komt ook Rollo Bleys mee, een oude schoolvriend die driftig meefantaseert over wat ze allemaal aantreffen op het landgoed. Siv vraagt Rollo om de wolven te doden. Erwin wordt tegen het einde, in het bos, toen Edith, Rollo èn Erwin zich daar heimelijk bevonden om de wolven op te sporen, getroffen door twee kogels in zijn rug, en de verdenking ligt al gauw bij Rollo, die met deze daad naar eigen zeggen Edith had willen beschermen. Maar dan blijkt dat niet wolf Roo is gedood, maar de zwarte wolf (een verwijzing naar Fenrir?). Was Erwin nu degene die de wolf had doodgeschoten?

Een wirwar van verhalen en mysteries in zeer korte tijd, het boek is maar 172 pagina’s dik. Maar er zit me toch iets dwars: wie is nou die oom ‘snorremans’ van Siv, was hij een broer van Siv’s vader, of toch Erwin? Hij speelde in ieder geval een rol in het Oerheemfeest. En ook zit me niet lekker dat ik tegen het open einde niet het gevoel heb dat de aangereikte puzzelstukjes in elkaar vallen. Maar dat neem ik op de koop toe, het is Haasse, dus een kniesoor...

Een tweede lezing is opportuun, medunkt.

geraadpleegd: https://www.groene.nl/artikel/menschelijke-domheid, https://nl.wikipedia.org/wiki/Fenrir_(mythologie)

social linkedin box white 24design: Caro Dijkman tekst: G.Dijkman