Jan van Aken - De Ommegang (2018)
Met toenemende ergernis lees ik over de zoektocht in het binnenste van het brein van de auteur, de ommegang, naar Het Geheim, de Grote Waarheid. Ik erger me steeds meer aan de eigenwijze kwast van een Isidorus van Rillington. Hij is geobsedeerd door Het Ware dat hem op het allerlaatst, ja ik verklap het meteen maar, toch nog in de steek laat. Zijn lot in Konstanz, bij het rode oortje - met een vieze dot oorhaar - van koning Sigismund, als hij wordt uitgenodigd om het Grote Geheim prijs te geven, ligt voor de hand. Menigeen ging hem voor: necromantiërs, tovenaars, ketters, lollards, heksen, astrologen, vrijdenkers, begarden, sodomieten, noem maar op. Zelfs DE Koning van het Christendom kan hem niet meer redden, onze ‘Wandelende Jood’.
Hij reist de halve wereld rond en vertelt zijn ‘duistere vriend’, de lezer, over zijn bevindingen. Hij is een vondeling bij het klooster van Bellalanda, Yorkshire, opgevoed door monnik Robert. Hij studeert heelmeesterschap en architectuur, gaat naar Parijs, Bologna, gaat via het rijk der Tataren (als ik het goed heb) naar Trebizonde, beleeft er angstaanjagende avonturen aan het hof van krijgsheer Timoer Lenk (in het huidige Oezbekistan) die hem meevoeren naar China waar Lenk wordt verslagen. Maar van dat avontuur is hij dan weer de helft kwijt, net zoals ik me nu niet goed meer voor de geest kan halen wat hij daar nou precies uitspookte. Oh ja, hij ontmoette er een eunuch die hem zijn platte klootzak liet zien, vertelt hij in de epiloog. Hij bouwt een kathedraal in Salisbury, een moskee in Samarkand en verdient onderweg de kost als arts. Een mooi avontuur, dacht ik, dat ergens over gaat, dat ergens naartoe gaat, dat iets wenst te onthullen. Maar dat valt tegen.
De aangesproken lezer komt, overigens net als op veel optimistischer toon in prachtifilm ‘La Grande Bellezza’ (Sorrentino, 2013), toch nog bedrogen uit, en mijn ergernis over zoveel hovaardigheid wordt allengs tastbaarder. Dat wordt verergerd door het feit dat ik op een afstand word gehouden, ik mag gevoelsmatig niet dichtbij deze arroganterik Isidoor komen, zelfs niet als hij rilt en trilt bij zijn verhoor in Konstanz, in afwachting van de komst van ‘zijn koning’ die het allemaal wel voor hem zal oplossen.
Met gepaste afstand kan ik me plotseling inleven in de arrogantie van de andere kant, die van de kerk, van het gezag dat alles wat niet overeenstemt met de heilige visie bestempelt als ketterij. Dat alles, tegen het einde van het boek, terwijl het Groot Schisma van de Katholieke Kerk wordt beslecht, toen er drie kandidaat-pausen waren, zo rond 1400, en de aankondiging van de antichrist van ruim 300 jaar later in 1789.
Toch leer ik veel over deze tijd, en maak kennis met de Florentijnse kardinaal en kandidaat-paus Zabarella; met Poggio Bracciolini, van de umanisti, de Cicero van zijn tijd; met bisschop Otto (wie?) voor wie hij de kathedraal van Konstanz ontwierp en via wie hij op een audiëntie met de koning durfde te hopen; met ‘Lanius Collurio’, wetenschapper want theoloog en beul tegelijk, bijgenaamd De Grauwe Klauwier; met Hans Hagen, ik vind hem nergens terug maar is aannemelijk een van de protestante Bohemen, net als Galina, de vriendin cq lichtekooi cq verklede leerjongen, ook uit Bohemen, die Isidoor in dienst heeft en met wie hij - hoe onverstandig gezien het benepen tijdperk - ongehuwd samenwoont; met Zeno (van Citium, van Elea?) en de Tiran; met de afgezette Pedro de Luna, door de katholieken gezien als antipaus in Avignon; met Boheemse reformist Johannes Hus die net als de even radicale Bohemer Hiëronymus uiteindelijk hetzelfde lot ondergaat in Konstanz; met Parijse theoloog Jean de Gerson; vriendelijke duizendpoot Oswald von Wolkenstein (Orde van de Draak) die Isidoor bij de koning bracht; met Pierre D’Ailly, die betrokken raakte bij de pausenkwestie in Avignon; met koningin Barbara (?); met timmergezel Krempel die Galina een houten handje bezorgde nadat diezelfde Krempel haar had aangevallen; met Lotho de sodomiet met wie Isidoor was bevriend, waardoor Isidoor ook zelf hiervan werd beschuldigd; met de val van Nikopolis in Epirus, Griekenland, scheurde toen de Bizantijnse Ortodoxie af van die van de paus?, en met Engelsman John Wycliff, ‘stichter’ van de Lollardij. Ik had werkelijk geen benul!
Maar de meest enigmatische van de vele rondzwervenden is toch wel zijn goede vriend of reisgezel Maelgys. En daarmee wordt gelijk een van de vele anachronismen duidelijk - Van Aken geeft ruiterlijk zijn anachronismen, paaseieren en glazen muilen toe - want deze mythische ridder en magiër leefde ergens in de Middeleeuwen, maar precies gegevens vind ik niet. Het kan maar zo dat deze Maelgys slechts bestaat in de ommegang van Isidoor, aan wie hij over zijn rondzwervingen vertelt. Deze Maelgys vertrouwt Het Grote Geheim aan hem toe. Wat dat precies is? Geheimzinnigheid troef. Oh, onze Isidoor legt het dan ook nog en passant aan met Lorea, de beeldschone vrouw van Maelgys, tot over zijn orenverliefd is hij. Oh, oh ja? Nee, ook hier kom ik gevoelsmatig niet tot enige band met Isidorus. Zijn band met vrouwen is mij een raadsel. Oppervlakkige seksscènes zonder enig gevoel moeten dit verbloemen.
Maar wat mij het meeste stoort is het totale gebrek aan humor in het streven naar macht, want dat blijkt het te zijn. Nergens kan ik lachen, nergens kan ik vermaakt meesmuilen, nergens vind ik relativerende zelfreflectie, op geen enkel ogenblik mag ik opgelucht schateren over zoveel onmacht in feite. Wát een zelfzucht, wát een zichzelf al te serieus nemende kwezelarij, maar dan van de niet-religieuze kant. Ik lees het ruim 600 pagina tellende boek uit en blijf zitten met een gevoel van pffff…, was dit nou alles? Oh, dus hij kan zich op het moment suprême Het Grote Inzicht opeens niet meer herinneren? Ik krijg niets mee bijvoorbeeld van de grappenmakerij waar Poggio historisch bekend om is. Ik mag me slechts vermaken met een optreden van een dwerg en verklede non tijdens het proces.
Dat het Grote Goed niet boven water komt is tot daaraantoe, de mooie taal sleepte me erdoorheen, en ik heb het een en ander opgestoken, maar mag het met iets meer humor en psychologische diepgang, alstublieft?
Gerdaadpleegd:
2) https://www.literairnederland.nl/recensie-jan-van-aken-de-ommegang/